Je neemt je tarotkaarten mee naar het feest, want wie weet. Je hebt al een keer eerder kaarten gelegd op een feestje, en ook dat was ongepland. Ook dat was een feestje bij je broertje. Goed, dit is een gemeenschappelijk feest, dit is van het hele terrein met studentenwoningen, dit is het Zuiderzee Festival, maar toch.
Je hoopt dat iemand ernaar vraagt, want het is een van de weinige dingen die je het gevoel geven dat je cool genoeg bent voor je broertje en zijn vrienden. Zij zijn relaxed, zij zijn laid-back, zij zijn rebels, zij drinken en feesten. En jij leest boeken, gaat in het weekend wandelen met je kat aan een speciale kattenlijn. Vooruit, je hebt je master niet afgemaakt, maar je hebt een bachelor in de rechten, en dat is erg genoeg.
Je broertje draagt een corduroy broek en een oversized T-shirt. Zo cool, zo achteloos. En achteloos vraagt hij of je heel toevallig je kaarten meehebt, want, per toeval - als je in dat soort dingen gelooft - heeft de waarzegster die ze geboekt hadden afgezegd. De kaars in je borstkas vlamt op en maakt je warm van binnen. Of je later, als het druk wordt,...